Oud-collega Antonia is in oktober 2016 met haar man naar IJsland gereisd voor een studiereis. Lees hier meer over haar ervaringen tijdens de studiereis IJsland.

Dag 1 – Hete bronnen

Als het vliegtuig op IJsland geland is, klinkt de lieftallige stem van een van de stewardessen door de luidsprekers. Zoals gewoonlijk heet de vliegtuigmaatschappij ons welkom in IJsland en hoopt dat wij nog een keer met ze vliegen. Eigenlijk luister ik alleen onbewust naar het bekende riedeltje, want het is altijd hetzelfde. Maar plots komt er een zin, die ik nog niet kende: Op IJsland moet je je niets aantrekken van het weer. Als we naar het hotelletje in de buurt van het vliegveld rijden, begrijpen we de strekking van deze boodschap. Het regenprogramma is gelijk aan het vooraf bedachte programma: Erop uit en naar de hete bronnen!

Het regent pijpestelen en de nieuwe regenkleding komt goed van pas, als we even later op een bruggetje tussen de Noord-Amerikaanse en de Euraziatische schollen lopen. Deze scheiding loopt dwars door IJsland. Het komt deze week goed van pas, dat ik vroeger tijdens de aardrijkskundeles af en toe wat heb opgestoken, want ik begin nu te begrijpen waarom IJsland eigenlijk één grote rij met vulkanen is. Niet veel verderop komen we bij de eerste hete bronnen: het kokende water spuit vlak voor onze neus uit de grond. Geen wonder, dat iets verderop een grotere warmtecentrale is gebouwd, die een groot deel van het land van energie voorziet. De volgende stop is een andere plek met hete bronnen.

Op verschillende plekken borrelt het water hier uit de geel-rode grond. De ultieme warme bron vormt de „blue lagoon“. We komen pas om 7 uur `s avonds aan, maar de parkeerplaats staat nog steeds vol met bussen: hier wil blijkbaar iedereen naartoe. Buiten is het ijskoud en blaast de regen om je oren, maar wij gaan dapper in onze zwembroek het water in. De temperatuur is heerlijk, zolang je lekker in het water blijft….

Dag 2 – Fjorden en schapen

De ochtend begint met een ontbijtje in het hotel. We maken een praatje met de eigenaar van het hotel en al snel filosoferen we wat met Gummi. Blijkbaar zijn IJslanders makkelijk toegankelijk, want gisteren hebben we ook al het levensverhaal van de eigenaar van het restaurant aan de overkant gehoord. Vandaag gaat de rit naar Reykholt (op onze kaart staan minimaal twee plaatsen met deze naam, maar we gaan naar het Reykholt in de buurt van Borgarnes). Op aanraden bezoeken we onderweg Alafoss.

Als je IJsland bezoekt, moet je toch iets van wol mee terug nemen en in deze winkel is er meer dan voldoende keuze. Ik heb al door dat ik deze vakantie mijn trekkingschoenen vaker dan gedacht aan zal hebben, dus mijn keuze valt op de wollen trekkingsokken. De weg naar Borgarnes schijnt inmiddels ingekort te zijn door middel van een tunnel onder het fjord. Aangezien de zon schijnt, besluiten wij af te zien van te tunnel en langs de oude weg om het fjord te rijden. We worden beloond met prachtige uitzichten. De rit valt uiteindelijk iets langer uit, omdat een kudde schapen vlak voor onze auto de weg oversteekt. Een moment dat we natuurlijk aangrijpen om een paar mooie kiekjes te maken. We merken, dat het verkeer hier al zeer gering is en bussen met dagjestoeristen lijken hier niet te komen.

In Reykholt maken we voor het eerst kennis met de IJslandse geschiedenis, als we het Snorri-museum bezoeken. Ik wist nog niet van het bestaan van deze geschiedschrijver, maar de lokale held Snorri Sturluson heeft de Noorse mythologie, waarop de namen van onze weekdagen zijn gebaseerd, opgeschreven. Na de lunch, een salade met zalm (zeker niet de laatste zalm van deze vakantie), bezoeken we een aantal nabijgelegen watervallen. Over een breed stuk land komen hier elke paar meter kleine watervalletjes naar beneden. Iets verderop is er ook nog een snelstromende rivier die tussen het lavagesteente naar beneden komt donderen. De telefoon wordt langzaam warm van het fotograferen. Iets verderop bevindt zich een lavaveld, waar we een kleine wandeling maken met een mooi uitzicht op de omringende gletsjers. Hoewel je er al wandelend niet veel van meekrijgt, blijkt er zich onder ons een enorme lavagrot te bevinden. Een kleine klauterpartij brengt ons in een onderaardse grot.

We gaan snel terug, voordat de batterij van de telefoon op is en we in het donker vast zitten. We pakken nog snel een paar hete bronnen mee, voordat we de zon zien onder ingaan in de baai van Borgarnes. Zelfs in een relatief klein stadje als Borgarnes kunnen we overigens heerlijk vis en lam eten in een sfeervol restaurant!

Dag 3 – Hoogvlaktes en hoogtepunten

Volgens de hoteleigenaar kunnen we nog prima met een klein autootje via de hoogvlakte naar het zuiden rijden, dus besluiten we de route door het hooggebergte te nemen. Bij de eerste putten en onder water staande stukken in de weg is het nog even spannend, maar al snel raken we eraan gewend. We rijden richting de gletsjer Langjökull en rijden over een hoogvlakte (heel toepasselijk „heidi“ in het IJslands), langs verschillende hangende gletsjers die vanaf de ijsvlakte naar beneden komen. Een prachtige tocht met schitterende landschappen en weinig verkeer. Hier beleven we echt de uitgestrektheid van IJsland.

Niet veel later zitten we in de „Golden Circle“, waar de bekendste hoogtepunten van IJsland zich bevinden. In het Nationale Park Þingvellir voegen we ons weer bij de andere toeristen en we vervolgen onze route richting Geysir. Nomen est omen: het woord geyser komt van deze plaatsaanduiding. We staan nog te kijken bij de kleine geyser, terwijl iets verderop het water meters de lucht in wordt gespoten. Een grote groep toeristen staat in een cirkel om de grootste geyser van het veld en wij sluiten ons bij deze groep aan. Niet veel later spuit de geyser wat water omhoog, maar het is nog niet echt indrukwekkend. Veel toeschouwers gaan door naar de volgende geyser, waardoor wij op kunnen schuiven en nu met onze neus boven op het gat staan, waaruit het water omhoog komt. Na een paar minuten vormt er zich in een mum van tijd een enorme waterbal boven het gat, die vervolgens vele meters de lucht in word geschoten. Om het hete water niet over ons heen te krijgen rennen we snel een stuk naar achteren. Een imposant spektakel!

Iets verderop bezoeken we de bekendste waterval van IJsland: Gullfoss. In twee stappen komt hier een enorme hoeveelheid water naar beneden. Zowel het uitzicht van bovenaf als het met je neus bovenop de waterval staan is indrukwekkend. Op weg naar Selfoss lopen we nog even langs een meer in een oude, rode krater, die zich vlak langs de weg bevindt. Aangekomen in Selfoss gaan we op zoek naar het beste restaurant van de stad en komen uit in een restaurantje in een prachtige, oude villa. We eten er heerlijk. Zoals altijd krijgen we er weer water met ijsblokjes bij geserveerd. Aan ijs is hier in ieder geval geen gebrek!

Tijdens het diner komen we in gesprek met het aardige, Duitse koppel aan het tafeltje naast ons. Vooraf hadden we al gehoord dat alcohol moeilijk te krijgen is en erg duur is op IJsland. Vandaar dat we een paar goede flessen wijn in de koffer hadden gepakt. Met het flesje Carmenere reserva, dat we nog in de achterbak hebben liggen, organiseren we met onze nieuwe vrienden nog een kleine wijnproeverij op de parkeerplaats, voordat we naar ons hotelletje gaan.

Dag 4 – Watervallen

De accomodatie bevindt zich net buiten Selfosss en `s ochtends lopen de ganzen, eenden en kippen vrolijk rond, waarbij de grijze ganzen zo uit je hand eten. We rijden vandaag richting oosten. Onderweg hebben we een prachtig uitzicht op de (in Europa vooral vanwege zijn as beroemde) Eyjafjallajökull en na minimaal twintig keer oefenen, kunnen we het ook in één keer uitspreken.

We bezoeken enige grote watervallen, inclusief de Seljalandsfoss, waar we achter door kunnen lopen, en zien er nog veel meer vanaf de weg. Al snel stoppen we niet meer voor elke hangende gletsjer en/of waterval die we zien, anders komen we nooit aan. Aan het eind van de middag komt er nog een hoogtepunt bij: de Fjaðrárgljúfur. Hier werpen we een prachtige blik in deze groene kloof, voordat we doorrijden naar ons hotel.

Dag 5 – Gletsjerijs & noorderlicht

Vanuit onze kamer kijken we uit op de Vatnajökull, één van Europa’s grootste gletsjers. Het wordt dus tijd om deze gigantische gletsjer wat beter te gaan bekijken. We rijden verder richting het oosten door een gigantisch lavaveld, dat is overgroeid met mos: we wanen ons hier op Mars. De ruitenwissers doen inmiddels erg hun best om ons zicht te verbeteren en we skippen de geplande wandeling en rijden door naar het gletsjermeer. Op een afgelegen parkeerplaats staat een auto en we besluiten polshoogte te nemen. Je weet maar nooit of er iets moois te zien is.

We klimmen een heuveltje op en staan plots voor een gigantisch gletsjermeer vol met ijsbergen: wow! Overal ijsschotsen in alle kleuren en maten en op de achtergrond een gigantische gletsjer die in het meer uitmondt. Iets verderop liggen zelfs gigantische ijsblokken op het strand, die je daar kan beklimmen. Vanaf de iets grotere parkeerplaats verderop kun je zelfs de ijsblokken voor je auto langs zien drijven. Als we terugkomen in het hotel zien we op de toonbank een lijst liggen, waarin je kan aangeven of je een wake-up call wil hebben in het geval de aurora borealis te zien is. Snel pakken we een stift en zetten een kruisje achter ons kamernummer.

We zijn net klaar met eten als er op onze kamerdeur wordt geklopt en we te horen krijgen dat we buiten het noorderlicht kunnen zien. We spoeden ons naar buiten en zien het groene licht in het noorden. Ik begrijp nu ook, waarom veel toeristen hier een tripod meesjouwen. Zo’n driepoot heb je toch nodig als je een goede foto van dit lichtfenomeen wilt maken. Met mijn mobieltje uit de hand lukt het in ieder geval niet.

Dag 6 – IJslandse paarden

Aangezien onze hotels steeds op een afgelegen plek staan, doen we de gordijnen niet dicht. Deze ochtend zien we met dank aan de ochtendzon vanuit ons bed een prachtig panorama. De terugreis naar Reykjavik staat voor vandaag op het programma. Files zijn we op IJsland niet tegengekomen. Hoewel we maar 90 km/uur mogen rijden, schiet het goed op. We hebben voor `s middags nog een paardrijrit gepland, maar zijn iets te vroeg en besluiten in een half verlaten vissersdorpje aan de kust nog wat kleine kreeften te verorberen.

Het plaatsje waar we gaan paardrijden is makkelijk te herkennen, omdat er veel hete bronnen zijn: overal stijgen witte rookpluimen op vanuit de grond en de omringende bergen. De boerderij waar we afgesproken hebben, blijkt over ca. 350 IJslandse paarden te beschikken. De een nog schattiger dan de ander. Mijn pony heet Glamour en omdat deze paarden vrij klein zijn, is het geen enkel probleem om in het zadel te komen. We leren onderweg, dat de IJslandse paarden 5 verschillende gangen kent. Naast de gebruikelijke stap, draf en galop kan het ook de Tölt. Deze proberen we uit en dit blijkt zeer aangenaam voor de ruiter te zijn. De paarden zien er niet alleen schattig uit, je kan er ook heel prettig op rijden!

Dag 7 – Reykjavik

Hoewel we al gehoord hadden dat Reykjavik wordt verwarmd met behulp van de omringende warmwaterbronnen, kijk ik toch raar op als bij het douchen het water naar zwavel ruikt. Het warme water wordt blijkbaar zo vanuit de grond mijn douche ingepompt! Het is een mooie dag om een museum te bezoeken, want de regen vliegt weer horizontaal door de straten. We bezoeken eerst de kerk, die op een heuveltje in het centrum. De kerk heeft een prachtig orgel, waar we even naar kunnen luisteren. Vervolgens lopen we door naar het volksmuseum, waar een interessante expositie over de geschiedenis van IJsland te zien is. We sluiten onze vakantie in stijl af: een lekker visje bij de Fish Company.