Een avontuurlijke reis IJsland

Familie Vermeulen reisde in de herfst van 2023 met onze hulp af naar ons geliefde IJsland. En wat een avonturen hebben ze daar beleefd! Agathe doet in haar reisverhaal uitgebreid verslag over de schoonheid van IJsland, de uitdagingen, maar vooral de mooie momenten die het gezin voor altijd bij zullen blijven. Ben je benieuwd naar het hele reisverhaal van deze avontuurlijke reis IJsland? Lees hier het hele reisverhaal over deze fantastische IJsland vakantie.

Tekst en foto’s: Agathe Vermeulen

Zondag 22 oktober

Morgen mogen we weer! Dit keer gaan we met zijn vieren en dat lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat we met het complete gezin op reis waren. Dit keer gaan we ook naar een bestemming die op de bucketlist van JW en Manouk stond: IJsland. Niet mijn eerste keus, want ja, het is daar koud en ik krijg het al koud als ik thuis de koelkast open doe, maar de foto’s die ik van IJsland heb gezien, maakte me toch wel warm.

JW en Manouk zouden met zijn tweeën ooit een keer naar IJsland gaan, met een Jeep met daktent. Mij niet gezien! En ook niks voor Fabiënne. Haar appel valt overduidelijk niet ver van mijn boom.

Maar als die daktent opeens een hotel wordt én de geplande vakantie precies in mijn herfstvakantie valt, denk ik stiekem dat ze dit met 100% opzet hebben bedacht om mij mee te krijgen. En ook Fabiënne leek het leuk, maar zij is vast omgekocht door haar zus.

En nu is het bijna zo ver: de koffers staan klaar, we’re gonna create new story’s!

Ik heb er zin in, dikke truien zijn ingepakt, evenals mijn nieuwe waterdichte gevoerde wandelbroek, mijn nieuwe regenjas, muts, handschoenen en mijn warme sjaal (het is tenslotte IJsland).

Oh ja, het grootste verschil met de andere reizen is, naast de veel lagere temperatuur, dat niet ik, maar Jan Willem en Manouk de route hebben uitgestippeld. Dat wil zeggen dat Manouk vanavond een hele presentatie heeft laten zien waar we per dag echt moeten stoppen en wat we echt moeten zien, terwijl JW vanmiddag na mijn vraag of de route al bekend is, het opeens heel druk kreeg met zijn kaart van IJsland. Oftewel: last minute de route uitstippelen. Gelukkig maar dat ik heel slecht ben in het loslaten en reisplannen aan een ander over te laten, want de route die hij had bedacht kan niet eens. Het is winter en sommige wegen zijn niet meer open in IJsland.

Maar samen gaan we er zeker komen: JW met zijn kaart, Manouk met haar ‘hotspots’ en ik met mijn telefoon vol apps voor noorderlichtvoorspellingen, websites met de condities van de wegen en met een hoop groepen die ik volg voor leuke tips.

En Fabiënne? Zij is de enige die écht kan loslaten en gaat gewoon zien waar wij haar naartoe meenemen. Zelfs haar koffer was als eerste ingepakt, zonder dat die vol zit.

Tot in IJsland!

Maandag 23 oktober

Na een prima vlucht van bijna 3 uur zagen we IJsland vanuit de lucht. JW zat aan het raampje, ik hing over hem heen met mijn neus bijna door het raampje heen. Jee… wat is dat mooi! Gletsjers, spuitende geisers, sneeuw, zwarte stranden en vulkanen. Ik hoop maar dat ik IJsland vanaf beneden net zo mooi vind!

Na de vlucht pikten we onze 4×4 Jeep met spijkerbanden op (omdat het hier glad kan zijn en vol sneeuw kan liggen) en zochten én vonden we een hamburgercafetaria. Niet echt IJslands, maar wel erg lekker nadat we waarschijnlijk een kapitaal uit hadden gegeven aan hamburgers, friet en cola. Iets met ‘hoe zit het ook alweer met IJslandse kronen’ en iets met de taalbarrière hier. Van het IJslands kunnen we niks maken. Wat een aparte taal is dat. Hoewel…. als je het leest heeft het wel iets weg van Zeeuws. Zo is ‘uit’ út. Klinkt toch aardig Zeeuws, nietwaar?

Na onze maaltijd reden we naar ons hotel. Om 22:00 uur waren we al behoorlijk moe, maar dat is niet gek. Want in Nederland is het al 00:00 uur.

Welterusten!

Dinsdag 24 oktober

Vanmorgen zaten we om 8 uur aan het ontbijt. We hebben allemaal prima geslapen, maar Manouk en ik hebben tussendoor de zwarte hemel in de gaten gehouden. Zondagavond was er namelijk een prachtig noorderlicht te zien. Maar helaas, de voorspellingen hiervoor zijn de komende nachten niet bepaald gunstig, jammer hoor! Manouk en ik hebben dus niks anders gezien dan een zwarte lucht.

Na ons ontbijt vertrokken we. Eerst naar het noorden van dit schiereiland (vuurtoren), daarna reden we via Sandgerði naar een plek waar 2 tektonische platen uit elkaar worden gedreven. Aan de ene kant de Noord-Amerikaanse tektonische plaat en aan de andere kant de Euraziatische, met een afstand van een meter of 5 tussen deze platen, gevuld met zwart zand. Daarna gingen we door naar Grindavík, waar de aarde behoorlijk wat hete stoom afblaast. Heel indrukwekkend, wat een kracht en wat een hitte!

Doordat IJsland zoveel mooie fotogenieke plekjes heeft, hadden we op de weg naar de geplande stops al veel fotostops gemaakt. We boften ontzettend met het weer. Het was windstil en de zon scheen uitbundig. Wat een prachtig contrast met het zwarte en met herfstkleuren vulkanisch landschap opleverde.

Na Grindavík zouden we naar de fjorden rijden volgens onze ‘kaart’ Jan Willem, maar ‘Google’ Manouk had een andere planning gemaakt: naar een riviertje waar je in kunt baden, omdat dit riviertje lekker warm is. Een hotspringriviertje. Prima, dat leek ons allemaal wel leuk om even als tussenstop te doen. Eenmaal ter plekke verwisselden we alvast ons ondergoed voor onze bikini’s en zwembroek en gingen we op zoek naar die hotspring. Die bleek 4 km verderop te liggen. In de bergen! We werden verrast met een prachtige wandeling door een bijzonder mooi landschap met hier en daar rookpluimen. Geen rooksignalen van de indianen, maar moeder aarde die ook hier stoom afblaast door de gatenkaasaardkorst van IJsland. Het stoomde en borrelde erop los! De geur viel overigens erg mee.

Na 4 km alleen maar genieten en flink klimmen, bereikten we de hotspringrivier. Het was buiten 5 graden (maar het voelde door de zon en windstilte veel warmer aan) en we stonden al snel in onze badkleding. Brrrr… dat was wel fris! Snel de rivier in! Maar jee… dat was WARM! Je moest er gewoon eerst aan wennen voordat je erin kon en je hele lijf tintelde door het warme water. Volgens een bordje was het na de afsluiting 46 graden, te gevaarlijk warm om een bad te nemen. Maar wat was het heerlijk in die 44,5 graad of iets daar in de buurt. Dat was niet zomaar een uur vol te houden, tenzij je er als een lapje heerlijk gaar suddervlees uit wilde komen.

Met rode hoofden, en van binnen warmer dan anders, klommen we weer uit de rivier. We waren zo opgewarmd, dat we het niet eens koud kregen.

Nadat we onze bikini’s en zwembroek weer voor warme en droge kleren hadden verwisseld, begonnen we met de terugtocht. Deze tussenstop die we ‘even’ hadden ingepland, was het hoogtepunt van de dag, was ons sportieve moment deze week (zo, dat hebben we ook weer gehad) en ons ‘oeh, ahh, wat mooi!’-moment van de dag en goed voor een uurtje of 3 vermaak.

Eenmaal bij de auto waren we hard toe aan een kop Cup-a-Soup en een sandwich of cracker, dus tijd voor een picknick! Toch wel fijn dat we heet water mee hadden in onze thermosflessen en een tas vol proviand (we blijven Nederlanders, maar de aardappelen hadden we niet mee hoor).

Rond de klok van 5 vertrokken we richting ons hotel, waar we nog 2 uur voor onderweg waren. De fjorden zagen we in het schemerlicht en we aten bij een benzinestation ons avondeten. Dat is hier heel gebruikelijk, redelijk betaalbaar en ook nog lekker. Rond 8 uur arriveerden we in ons hotel. Het kwik was inmiddels tot het vriespunt gedaald, maar zoals overal in IJsland is daar binnen niets van te merken. Warmte komt hier blijkbaar bijna gratis uit de aarde. Rozig dronken we na een warme douche (we hadden toch wel een beetje een modderlucht om ons heen na de hotspringrivier) nog wat op onze kamer en op het moment (22:35 uur) vallen mijn ogen bijna dicht.

Morgen een nieuwe dag met nieuwe plannen!

Woensdag 25 oktober

Gisteravond lagen we lekker in ons warme bed, toen opeens appjes binnenkwamen vanuit de whatsappgroep ‘noorderlicht op IJsland’ met van die fanatiekelingen als ik. Het noorderlicht was gespot op 2 plekken ten westen van onze locatie. Ik was meteen klaarwakker en JW dus ook. Snel trokken we over onze pyjama’s onze kleren aan en gingen gauw naar buiten. Er was behalve de maan en wat sterren niks bijzonders te zien. Dan maar de auto starten en een donkerdere plek zoeken. Zo belandden we rond middernacht op een pikdonker weggetje. Maar ook daar: geen noorderlicht te zien. Jammer! We keerden zonder foto’s van het groene licht terug naar ons hotel. Gelukkig hadden we Manouk en Fabiënne niet wakker gemaakt. Wat we overigens wel hadden gedaan als we ook maar het idee hadden gehad dat er een spoortje groen te zien was.

Toen ik na een paar uur weer wakker werd en op de app keek, zag ik dat het noorderlicht niet meer boven IJsland zat. Tijd om nu in een diepe slaap te vallen. De kans was nu toch verkeken. In elk geval voor deze nacht.

Om 8 uur zaten we weer aan het ontbijt. Bij daglicht zagen we pas hoe mooi de ligging van het hotel was. We zitten in het westen van IJsland tussen de vulkanen. Ons hotel bleek zelfs aan de voet van 2 vulkanen te liggen!

De plannen voor vandaag werden weer doorgenomen en JW besloot dat we over een gravelweg naar onze bestemming zouden gaan, want dat is natuurlijk lekker avontuurlijk met onze 4×4.

Maar eerst naar de vulkaan, die op 3 minuten rijden lag. We beklommen een van de vulkanen tot op de rand van de krater. Wat mooi! De krater, maar zeker ook het uitzicht. Zelfs met de lichte regen en zware bewolking is het uitzicht adembenemend mooi met al die warme herfstkleuren. De temperatuur voelde ook flink flink lager dan gisteren: 2 graden. Met de wind en zonder zon liepen we met onze jassen aan, mutsen op en handschoenen aan en dat was geen overbodige luxe.

Na de klim en afdaling gingen we echt op pad. Onze eerste bestemming was een nationaal park: Þingvellir (spreek je uit als Thingvellir). Natuurlijk lukte het ons niet om te blijven rijden in zo’n mooi landschap en we stopten al snel voor wat fotomomenten, o.a. bij Reykholt waar de aarde een paar ventieldopjes heeft zitten waar de stoom flink de vrijheid vindt en waar je makkelijk je aardappelen in het water buiten kunt koken, zonder je kookplaat te hoeven gebruiken. Het blijft indrukwekkend.

Een stukje verder belandden we op de gravelweg waar JW zo graag wilde rijden. De 1000 putten in de weg kregen we er gewoon bij. JW was helemaal in zijn nopjes met deze avontuurlijke weg, maar ik vroeg me af of dit wel zo goed voor de auto was. Gelukkig waren onze ingewanden daar sterk genoeg voor.

We stopten onderweg bij mooie watervallen, waar Manouk en ik lekker los gingen met onze camera’s. JW en Fabiënne gingen even met de auto op pad (off road) vlakbij de watervallen. Gelukkig kwamen ze niet vast te zitten (we zaten in een vrij leeg gebied), al scheelde dat niet veel.

Toen we onze weg vervolgden, kwamen we opeens een wegafsluiting tegen. Oh nee! We konden niet verder! En we waren al bijna op onze volgende bestemming. Er zat maar 1 ding op: de hele weg terug tot bijna aan ons hotel en dan via een normale weg naar ons eerste deel van ‘the Golden Cirkel’: nationaal park Þingvellir. Opeens vond JW die gravelweg niet meer zo leuk. Tja… in IJsland is het slim om de website met wegafsluitingen dagelijks te checken, tenzij je voor dit soort onaangename verrassingen wil komen te staan. Een omweg van twee uur is toch best jammer. Maar niks aan te doen, we reden terug naar de kust om alsnog de goede richting op te rijden.

Na een flinke omweg kwamen we aan in Þingvellir. De bewolking had plaats gemaakt voor de zon, fijn! We lunchten eerst snel met onze boterhammen en warme chocomel, thee of koffie, om met een goed gevulde maag op pad te gaan. We waren daar niet de enigen.

De paden waren mooi, maar wat een massatoerisme! De rest van IJsland was tot nu toe heel leeg en verlaten, alle mensen en vooral toeristen zitten dus hier.

We wandelden een stuk tussen de tektonische platen, dit keer in een soort kloof die daardoor is gevormd en over de ‘wetlands’. Of dat zo heet, weet ik niet. Maar het leek daar wel een beetje op.

Na de wandeling van een kilometer of 2 reden we niet meer naar de watervallen die we wilden zien, omdat we al erg laat waren door onze omweg. We reden daarom direct door naar een vulkanisch gebied waar de stoom uit de aarde komt, het kokend water lekker borrelt en waar een geiser (Strokkur) tussen de 5 en 15 minuten opspuit. Manouk en ik stonden er net (we hadden er flink de pas in, want je zal maar iets missen) toen de geiser opeens begon te spuiten. Jee… we schrokken ons een hoedje! Wat een geweld! En wat mooi! Maar ook: wat kort! We dachten namelijk dat die wel een paar minuten zou blijven spuiten, maar het was maar een paar seconden. Gelukkig volgden al snel nieuwe uitspattingen, steeds binnen de 5 minuten. Je ziet het water koken, dan vormt er een hele grote blauwe bel en uiteindelijk spuit het water tussen de 10 en 20 meter omhoog. Met de zon achter deze geiser was het prachtig om te zien.

Hierna hadden we nog tijd om naar de Gullfoss watervallen te gaan, zo’n 10 minuten verderop. We zouden hier ‘even’ een kijkje nemen. Maar deze watervallen hebben ons heel erg verrast. Wat mooi, breed en wat groot! Ik denk dat je het een klein beetje kunt vergelijken met de Niagara watervallen. Ook hier: wat is IJsland mooi! We liepen helemaal tot naast de watervallen en maakten veel te veel foto’s tot de schemer inviel.

Tijd om naar ons hotel te gaan.

Het was nog een half uur rijden, dus dat viel mee. Ons hotel bleek in de vorm van huisjes te zijn, rond een binnentuin met hottubs. Heel kneuterig en daarom erg leuk. We besloten in het hotel te eten, om daarna met zijn vieren in een van de hottubs die het hotel rijk is, te slowcooken. Het water was minder heet dan gisteren in de rivier, maar zeker erg aangenaam. Rozig liepen we na ons toetje van de dag terug naar onze kamers om naar bed te gaan. We waren lekker opgewarmd, dus voelde het verre van koud aan zo buiten in bikini.

In onze pyjama’s lagen we op bed te relaxen. Ik hoefde me niet druk te maken om het noorderlicht. Met een kp index van 1 was de kans nihil. De kp index met een schaal van 0 t/m 9 is de kans dat je het noorderlicht ziet.

Maar opeens begon mijn whatsappgroep met noorderlichtmalloten te pingelen. Ja hoor, op 2 plekken was het ‘raak’. Dus hup, weer aankleden, de meiden vragen of ze mee naar buiten gingen en camera mee. Fabiënne, JW en ik stonden daarom om een uur of 10 buiten naast het hotel. En toen zagen we wat groens aan de hemel. Met het blote oog lastig te zien, maar met mijn telefoon duidelijk zichtbaar! Het kwam, werd groter en verdween weer om wat meer naar links weer op te duiken. Fabiënne en ik waren gelijk klaarwakker en in een jubelstemming. We belden Manouk uit bed en vertrokken daarna met zijn vieren in de auto naar een donkerdere plek, waar we het noorderlicht beter konden zien.

Wauw! Deze hebben we in the pocket! Met de foto’s als bewijs.

Nu konden we weer terug ons bed in. Ik ga nu snel slapen, het is inmiddels 12 uur geweest. Morgen gaan we weer verder.

Hopelijk dit keer zonder op een steenworp van de bestemming afgesloten gravelwegen.

Welterusten!

Donderdag 26 oktober

Om stipt 8:00 uur zaten we weer aan het ontbijt na een goede nachtrust. Mijn noorderlichtkoorts was weer wat gezakt, nadat we het met eigen ogen hebben gezien. Oké, het was lastig te zien met het blote oog, maar we zijn hier heel tevreden mee. Dit is niet voor iedereen die naar IJsland gaat, weggelegd.

Tijdens het heerlijke ontbijt met keuzestress wat we allemaal zouden proeven (werkelijk waar, tot aan een shot visolie toe!), werd er ook druk gediscussieerd wat de route zou worden en wat we zouden bezoeken. Als we tijd over zouden hebben, zag JW op de kaart wel een leuk gravelweggetje naar een gletsjer.

Na het ontbijt checkten we uit en vertrokken we oostwaarts.

Onze eerste stop was een korte aan de voet van de Eyjafjallajökull, de vulkaan die in 2010 uitbarstte. Het waaide hard en ondanks dat het kwik bijna de 10 graden aantikte, voelde het door de harde wind ijzig koud aan.

We vervolgden onze reis en genoten alweer van het IJslandse landschap. Hoewel ik heel lang heb getwijfeld of ik mee zou gaan naar IJsland, zijn de ‘Oh, wat mooi’ en ‘Dit is prachtig’ van mij intussen niet meer te tellen. Wat had ik spijt gehad als ik besloten had niet mee te gaan op ‘expeditie noorden’. IJsland is ongerept, ruw, puur, desolaat en ademt de Aarde ‘pur sang’ uit. Soms zelfs letterlijk met ‘hen’ (jawel, IJsland loopt het meest voorop met de hele LHBTIQ+ acceptatie, dus ik weet niet of IJsland mannelijk of vrouwelijk is) lavavelden, geisers, hottubs, stoom en de ruige natuur. Onderweg reden we door diverse landschappen en dat was soms zo leeg, dat ze soms even saai leken, totdat er opeens weer steile bergen, gletsjers, watervallen, lavavelden of iets anders tevoorschijn kwamen.

Watervallen zijn er hier ook genoeg te vinden. We hadden vandaag de Skógafoss op de planning staan. We startten met een fikse klim: een trap van ongeveer 400 treden steil omhoog. Om daar van bovenaf de waterval te zien en een wandelpad te volgen voor nog meer natuurschoon, watervallen en stroomversnellingen. Je voelt je hier klein en nietig met zoveel grote en imposante bergen, rotsen en water om je heen.

Na weer veel te veel foto’s gingen we terug. Weer ongeveer 400 tredes omlaag, wat nu een stuk makkelijker ging dan omhoog.

We eindigden deze ‘excursie’ aan de voet van de waterval. Gelukkig was ik goed voorbereid met mijn nieuwe rode regenjas en waterdichte wandelbroek. Want hoe dichter bij de waterval, hoe natter we werden. En niet een klein beetje nat, maar drijfnat! Wat een watergeweld stort hier ter aarde.

Manouk, Fabiënne en JW liepen alvast terug naar de auto voor een kop warme chocomel, toen ik nog even de laatste foto’s wilde maken. Toen ik daarmee klaar was, werd ik aangesproken door een Amerikaanse fotograaf. Of ik een foto wilde maken. Het komt op reis wel vaker voor dat je iemand vraagt een foto te maken, dus ik vond het prima. Alleen stond zijn statief wel midden in de rivier bij de waterval. En ik was niet van plan natte voeten te halen. Maar toen bleek dat hij wat anders bedoelde: of ik even zijn model kon zijn. Mijn ijdelheid verdween als sneeuw voor de zon toen bleek dat hij mij voor hele gave foto’s wilden hebben vanwege mijn… rode jas, haha! Die stak lekker af en deed het leuk op de foto.

Na de ‘shoot’ ging ik gauw terug naar de auto, ik had alweer een nat pak gehaald met het poseren. Ik hoop wel dat ik over een tijdje een hele mooie foto in mijn mailbox vind.

Na het natte watervalavontuur was het ook voor mij tijd voor warme chocomel.

En terwijl we bij de auto stonden, droogde de harde wind onze kleren op.

De volgende stop was Dyrhólaey, een schiereiland met een mooie rotsformatie en vuurtorentje. We hebben daar maar kort rondgelopen, want we waaiden hier bijna weg. Wat een wind, in Nederland goed voor code ‘net-zo-rood-als-mijn-regenjas’ of voor JW ‘code brandweerrood’.

Daarbij was het hier ook nog zwaar bewolkt. Het weer lijkt om te slaan naar guur, grauw en nat. Ook dat is IJsland. Maar het viel mee, want eenmaal op de volgende plek op een steenworp afstand (nog geen kilometer!) van Dyrhólaey bij Reynisfjara, brak de zon opeens door. Hier op het zwarte zandstrand staan rotsen van basalt, in mooie vormen. Puur natuur, maar heel bijzonder alsof er allerlei stenen pilaren tegen en op elkaar zijn gestapeld. De golven zijn hier trouwens erg hoog, een duik nemen zit er hier niet in.

Nadat we waren uitgewaaid en we weer veel te veel foto’s hadden gemaakt, reden we verder naar het stadje Vík. Ook weer goed voor wat foto’s van dit kustplaatsje met zo’n typisch fotogeniek IJslands kerkje.

Met nog een stop bij de lavavelden die we veelvuldig zien onderweg en een korte wandeling over het bijna onbegaanbare pad van scherpe en hoekige lavastenen reden we uiteindelijk door naar Skaftafell, waar ons hotel aan de voet van de gletsjer ligt.

Toen we alle bagage weer hadden uitgeladen, staken we de weg over om bij het benzinestation te gaan eten. Daarna zouden we bij ons op de kamer spelletjes gaan spelen. Daar waren we nog niet aan toegekomen en elke dag was het ‘dat doen we morgen wel’. Yahtzee en de kaarten lagen nog niet eens klaar toen mijn noorderlichtwhatsappgroep ontwaakte. Huh??? Nu al? Het was nog maar 20:00 uur. Dus snel de Aurora-app geopend en ja hoor, IJsland kleurde al van groen via oranje naar ROOD! De kp index was zelfs 4. JW deed het raam open om te kijken of hij wat aan de hemel zag. En of hij wat zag! Volgens mij was het een groot feest in de hemel. Zoveel groene lichten, Lady Aurora danste aan de hemel alsof haar leven er vanaf hing. We belden snel Manouk en Fabiënne om gauw naar buiten te gaan. Wat zitten we op een perfecte plek voor het noorderlicht. Onze ‘achtertuin’ bestaat uit bergen en 2 gletsjers. Het was donker, maar de volle maan scheen zo fel, dat we het wandelpad goed konden zien. En ook nu maakten we weer een hoop foto’s en genoten samen met nog wat andere hotelgasten van het spektakel in de lucht boven ons en om ons heen. JW en ik wandelden nog een stuk verder tot aan de plek waar je goed zicht had op de gletsjer en een meertje. Het grootste feest was al voorbij, maar toch zag je het noorderlicht in het meertje weerspiegelen.

Rond half 10 keerden we terug naar ons hotel. Wat een avond! Dat spelletje yahtzee werd ‘m niet meer, maar we dronken met zijn vieren nog wel wat op onze hotelkamer en kletsten na over wat we hadden gezien op deze mooie avond.

Hier in het hotel gaat de stroom er om 23:00 uur af, het was nog haasten om op tijd met een zaklamp op het nachtkastje in bed te raken.

Dit verslag komt dus ook later, want ook de wifi ontbreekt hier na 23:00 uur.

Ik droom de komende nacht vast over groen licht. Welterusten!

Vrijdag 27 oktober

Vandaag gunden we onszelf een beetje uitslapen, dus niet om 8:00 uur, maar ‘pas’ om 8:30 uur aan het ontbijt. Vandaag hoeven we niet echt ‘weg’, alleen voor een dagtrip en we slapen hier komende nacht nog. Bedenk wel dat het in Nederland dan 10:30 uur is, dus het is wel een beetje uitslapen, toch? Maar ja, alleen als dat lukt. Thuis heb ik daar totaal geen moeite mee, maar vanmorgen liep ik al om 6:15 uur buiten. Want toen ik even wakker werd, eigenlijk om me om te draaien en verder te slapen, ging ik heel even bij het raam kijken. Of ik iets groens zag. En ja hoor, de hemel was egaal groen door het noorderlicht. En dan ben ik klaarwakker, de adrenaline begint door mijn aderen te stromen en dan moet ik naar buiten om te kijken. Wat JW met brand heeft, heb ik met het noorderlicht. Hij is vast blij dat we in Nederland wonen en niet ergens bij de poolcirkel.

Ik belde de buren nog voordat ik op pad ging, maar Manouk en Fabiënne lagen te lekker in hun bed. En hetzelfde gold voor JW. Dus ik ging er alleen op uit, de berg op. Alleen op de wereld, gelukkig maar, want ik had namelijk kans om een vos tegen te komen. Ik had al bedacht wat ik dan zou doen. Ik zou hem met mijn zaklamp verblinden, een foto van hem maken en dan hard wegrennen. Hoewel vossen volgens mij niet eens gevaarlijk zijn.

Het noorderlicht was niet meer zo intens als gisteravond, maar toch was het mooi om buiten te lopen over het bevroren pad in dit verlaten gebied.

Een uur later was ik terug en kroop ik gauw mijn bed weer in, nadat ik mij weer zo ver had uitgekleed dat ik weer in mijn pyjama stond. Maar van slapen kwam niet veel meer terecht. Ik ga vanavond wel vroeg slapen om wat uurtjes in te halen.

Na ons ontbijt vertrokken we naar Jökursálón, een grote gletsjer die bijna uitmondt in zee. Ook dit keer werden we verrast door een prachtig fenomeen: drijvende ijsblokken, die van de gletsjer af komen, in een ijskoud meer. Wat is het mooi en uniek! Het ijs is letterlijk ijsblauw en zeehonden zwommen er naar hartenlust rond of lagen lekker op een ijsschots te relaxen. De zon was helaas ver te zoeken, maar dat maakte het niet minder bijzonder.

Nadat, we de ijsschotsen hadden bewonderd, reden we naar de andere kant van de weg, waar een zwart strand vol ligt met ijsschotsen en -brokken. Heel uniek, alsof er diamanten op het strand liggen. Ze noemen het ook wel Diamond Beach. We maakten een strandwandeling over het zwarte strand en genoten van zoveel resten ijs in zee en op dit strand. Ze liggen er in alle formaten.

Na onze strandwandeling wandelden we nog langs een ander stukje van het gletsjermeer nadat we ons bij de auto eerst hadden opgewarmd met warme chocomel of koffie. Vervolgens reden we voor een kort bezoek door naar de Fjallsárlón, een grote gletsjer.

Ons uiteindelijke doel was de Múlagljúfur Canyon om daar een hike te doen. Dit is een hike waarbij je flink moet klimmen over een rotsachtig pad. Je komt onderweg watervallen tegen en natuurlijk de canyon zelf (kloof). We lunchten eerst in de auto voordat we op pad gingen.

Het pad vind je door paaltjes te volgen die soms langs smalle afgronden gaan. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees! Er zijn geen hekjes of relingen, je moet zelf uitkijken waar je loopt en vooral geen grenzen of uitstekende rotspunten opzoeken. Want ik begreep dat er de laatste 3 dagen een verhoogde aardbevingsactiviteit is waargenomen en die komt niet doordat ik mij ‘s nachts in mijn slaap hard omdraai.

Dus we bleven ver genoeg van de randen vandaan. En wat was het er mooi! Alsof je in een sprookjeswereld loopt. Een diepe kloof met mooie watervallen, alles lijkt bedekt met groen en bruin mos, waar diverse tinten groen de boventoon voeren. We doorkruisten een riviertje (en bleven droog) om daarna flink bergopwaarts te gaan. Wat een sprookjeslandschap. Je zou er niet van staan te kijken als er opeens elfjes voorbij zouden vliegen. Onze 2 elfjes hadden geen vleugels, maar genoten hard mee. Manouk ging tot aan de top, ik tot aan de sneeuw en JW en Fabiënne stopten iets eerder.

Na een uurtje of 2 kwamen we weer terug bij de auto. We reden naar ons hotel en JW en ik besloten om direct de wandeling naar de gletsjer achter ons hotel te maken. We liepen hier gisteravond al en ik vanmorgen heel vroeg voor de tweede keer. Nu wilden we hem in het licht zien. Dat kon gezien het tijdstip nog net.

Wat is hij mooi. Maar ook een stuk kleiner dan pakweg 100 jaar geleden.

Na een kop thee op de hotelkamer staken we de weg over naar het benzinestation voor onze maaltijd. Alweer? Ja, alweer! We zitten in the middle of nowhere en je kunt hier alleen bij het benzinestation of in het hotel eten. Verder is er niënte, niks, nada, nothing.

Eindelijk lukte het om een paar potjes te kaarten op ons grote bed. Het noorderlicht bleef uit, ondanks dat er hier geen wolken hangen.

Ik ga nu slapen, bijtanken en wie weet ga ik komende nacht nog op pad. Op zoek naar het noorderlicht. Groen is voor hier een kleur die ik heel graag zie. Tot morgen!

Oh ja, wat die verhoogde aardbevingsactiviteiten betreft verwachten ze binnenkort een nieuwe vulkaanuitbarsting. Hopelijk zijn we dan al terug in Nederland. Bij de vorige flinke vulkaanuitbarsting lag het vliegverkeer een dag of 4 stil. Duimen maar! (Het goede nieuws is dat het makkelijk nog 3 maanden kan duren, voordat het zo ver is).

Zaterdag 28 oktober

Vandaag is de winter officieel begonnen. Buiten, want binnen is het tot nu toe overal minstens 24 graden. Hier kennen ze vast geen energiecrisis.

Volgens de Noorse kalender begint de wintermaand “Gormánuður” altijd op zaterdag en luidt het nieuwe seizoen in. De naam van deze maand verwijst naar de slachttijd, het begin van de koudere maanden. We merkten het eigenlijk alleen in de ochtend. De autoruiten waren behoorlijk aangevroren. Maar de zon was er ook en al snel werd het kwik omhoog geduwd tot een graad of 6. Zonder wind, behalve op sommige stukken van onze route, waar het dan ook gelijk windkracht ‘blow me away’ was.

We stapten om 9:00 uur in de auto na een prima en ongestoorde nachtrust. Geen signalen dat het noorderlicht zou verschijnen, wat maakte dat ik ook eens rustig zonder adrenaline door mijn lijf kon slapen.

Vandaag gingen we naar Reykjavik. Een rit die goed was voor iets meer dan 324 km. Er waren 2 stops ingepland, maar wie ons een beetje kent, denkt nu vast al: dat worden er vast meer dan 2. En dat klopt!

Onze eerste stop was een spontane. Vanwege een berg en een meer, leek het ons een mooi plekje en… het was een stukje off road. Hiervan begon JW zijn adrenaline te stromen! We hadden bedacht deze ‘loop’ te nemen om zo weer terug op de N1, de ‘snelweg’ en tevens ringweg rond heel IJsland, te komen. Fout gedacht, want we zouden dan een stuk rivierbedding moeten nemen. En dat zag er verre van comfortabel uit! Als we zouden doorrijden zouden we 1. vast komen te zitten aan de bumper (voor of achter, kies maar) en 2. zouden we even later als een tol op ons chassis bungelen met de wielen van de grond. Dat waren 2 minder goede ideeën, dus keerden we om en reden terug. Wat is dat toch met gravelweggetjes? Die lijken hier in IJsland onbegaanbaar te zijn.

Maar het leverde wel lol en mooie plaatjes op. En bijna een muts minder. Het was maar goed dat we een stukje van dit weggetje 2x reden, want opeens kwamen we een muts tegen. Oh… die kende ik! Dat was de mijne! Verloren bij het uitstappen, maar nu gelukkig weer terecht voordat ik hem kon missen.

Eenmaal terug op de N1 vervolgden we onze weg. Deze ‘snelweg’ is beslist geen snelle weg. Je mag maximaal 90 rijden, vaak ook 70 of 50 als er een paar huizen staan. De weg is tweebaans en smal. Een vluchtstrook kennen ze niet bij deze ringweg en als je van de weg raakt, lig je gelijk in een greppel. In de winter (en dat was vorige week al), sluiten ze de weg voor onbepaalde tijd af en als je pech hebt, zit je dus vast in je hotel.

Wij hadden geluk. Vandaag scheen de zon uitbundig.

We vergaapten ons aan de vele gletsjers die dit eiland rijk is en we genoten weer van de vergezichten met een gouden gloed.

De volgende stop was bij een kloof: de Fjaðrárgljúfur. Ik ben blij dat ik dit alleen hoef te typen en niet uit hoef te spreken.

We wandelden bovenaan de kloof met mooie uitzichten op het diep gelegen kristalheldere water. Ook hier is het prachtig met de uitgesleten rotsen met zachte en met groen bedekte rondingen.

Na afloop trakteerden we onszelf bij de auto op warme chocomel voordat we verder gingen naar Vík, waar we al eerder zijn geweest.

Hier in dit plaatsje dat niet groter is dan een dorpje van bescheiden formaat, tankten we en aten we IJslandse hotdogs. Geen idee waarom de IJslanders claimen dat het echte IJslandse hotdogs zijn, maar lekker waren ze zeker! We hebben ze maar binnen in het winkeltje opgegeten, anders zouden ze wegwaaien. Wat een harde wind!

Het waaide hier zo hard, dat het water van een waterval in de buurt omhoog vloog, i.p.v. omlaag viel. Een gek zicht.

We stopten ook bij een van de vele kuddes met schapen, die allemaal lange ‘jassen’ aan hebben. Naast de vele paarden zie je die hier ook veel. Wanneer je ergens gaat eten, staat er dan ook vooral veel lams- en schapenvlees op het menu. De gefermenteerde haai (ook een specialiteit van hier) zijn we nog niet tegengekomen en daar ben ik voor mijzelf blij om. Manouk had het wel willen proberen. Maar zij gooit ook zo een shotglas visolie achterover bij het ontbijt. Heel gezond, maar als zelfs haar slokdarm even protesteert, moet ik het zeker maar niet proberen.

Nadat ik een paar schapen de stuipen op het lijf heb gejaagd, gingen we verder. Ik weet nu waar de uitdrukking ‘wat een bang schaap’ vandaan komt. Deze kudde maakte dat ze wegkwamen toen ik er heel rustig en voorzichtig heen wandelde. Dus het perfecte plaatje van een IJslands schaap zat er niet in.

Omdat we toch langs de Skógafoss waterval reden, stopten we hier nog een keer voor wat foto’s. Vorige keer was het bewolkt, maar vandaag scheen de zon fel. En met deze 60 meter hoge en 25 meter brede waterval zou dat best een regenboog op kunnen leveren. Zo gezegd, zo gedaan. De ruim 400 traptreden lieten we links (of beter: rechts van de waterval) liggen en we gingen direct naar de waterval. Natuurlijk in mijn regenjas, want je wordt er behoorlijk nat. Zeker als je met Manouk staat te poseren in een regenboog en een windvlaag een hele douche over je uitstort. Lol!

Eindelijk konden we naar onze ingeplande tweede stop (hoeveel hebben we er vandaag al gehad?). Naar de 65 meter hoge Seljalandsfoss waterval. Daar zijn nog een paar andere watervallen. We kozen ervoor om eerst naar de verste te lopen en tussendoor ook de anderen te zien. Deze verste waterval ligt in een smalle en niet hoge kloof waar een riviertje doorheen loopt. Je kon er goed om het hoekje kijken en de waterval zien. Op een gegeven moment gingen er mensen het hoekje om, door het water, over stenen die net boven de rivier uit staken. JW aarzelde geen moment (de rest van ons wel) en ging de uitdaging aan om door her riviertje naar de waterval te lopen. Ik volgde ook maar, en verloor ergens mijn evenwicht waardoor ik in het riviertje stapte. Gelukkig zijn mijn schoenen aardig waterdicht en was mijn voet maar een beetje nat. Manouk en Fabiënne volgden ook. Wat een natte bedoening! Maar wel heel leuk! Drijfnat kwamen we er vandaan. Onze regenkleding kwam zo toch wel van pas.

Daarna op naar de Seljalandsfoss. Het leuke van deze waterval is dat je er achterlangs omheen kunt lopen. Natuurlijk heb je ook dan weer een nat pak. Daarnaast is het ook mooi om een waterval van de andere kant te zien. Maar het leukste was natuurlijk lekker spelen met water en nat worden. We blijven net een stel kinderen.

Door ons stortdoucheavontuur waren we wel wat afgekoeld en de warme Cup-à-Soup bij de auto smaakte extra goed, terwijl onze (regen)jassen aan de autospiegels te drogen hingen.

Dit was onze laatste stop onderweg en we moesten nu in 1,5 uur naar Reykjavik rijden, zodat we daar ook nog wat konden bekijken. Fabiënne bekeek alvast waar je lekker en voordelig kon eten. Studenten denken namelijk vooral aan eten, lijkt het soms.

Eenmaal aangekomen in Reykjavik reden we eerst naar de punt van het schiereiland waar deze meest noordelijke hoofdstad ter wereld ligt. En daarna over de boulevard naar het hotel, dat aan deze boulevard bleek te liggen. We dropten onze bagage voor de zoveelste keer deze reis en relaxten een half uurtje voordat we naar het restaurantje gingen dat Fabiënne had geregeld. Volgens Tripadviser een van de 4 beste restaurantjes van de stad én ook nog eens heel betaalbaar. Daarmee heeft Tripadvisor niets teveel gezegd. Het was heerlijk! Allemaal aan de lamswraps, lamsköfte en salade met lamsgehaktballetjes. Met een Midden-Oosters tintje. We hebben er heerlijk en gezellig gegeten. Voor wie naar Reykjavik gaat: Lambs Streetfood aan de weg naar de haven. Voor €25 p.p. of duizenden IJslandse Kronen hadden we een hoofdgerecht met wat te drinken. Geen echt IJslandse prijzen.

Na het eten wilden JW en ik een stukje wandelen en Reykjavik by night zien. Net voordat we de auto vlakbij het hotel parkeerden zagen we dat iedereen op straat stil stond om naar de lucht te staren. We stapten uit en deden hetzelfde, nieuwsgierig naar wat er te zien was. Als in IJsland iedereen omhoog kijkt, raad ik je aan om hetzelfde te doen. Lady Aurora was heel goed te zien. We liepen snel naar de boulevard om niet tussen de gebouwen te staan. Het licht werd al wat minder intens, maar toch wisten we nog een paar foto’s te schieten van het noorderlicht boven de verlichte stad.

Manouk en Fabiënne zochten hun hotelkamer op, terwijl JW en ik de omgeving verkenden. Natuurlijk gingen we naar het Hallgrimskirkje: de meest bekende en meest gefotografeerde kerk in Reykjavik. Als we iets eerder waren geweest, hadden we een foto kunnen maken van deze roze verlichte kerk met de maan én het noorderlicht. We zagen een paar van deze foto’s, wat een timing als je op dat moment daar was!

Na een rondje langs het water en door de stad kwamen we om 22:30 uur terug in dit naar zwavel ruikende hotel. Niet omdat er ergens eieren liggen te rotten, maar het warme water komt uit de bronnen en die zijn zwavelhoudend. Na het douchen waren we wel schoon, maar onze parfum om ons heen was wel die van… juist… zwavel. Zwavelig kropen we ons bed in voor een goede nachtrust. Mijn meldingen op mijn telefoon heb ik op stil gezet, want ik weet nu al dat ik anders komende nacht weer in mijn pyjama aan de haven sta met de voorspellingen. Maar nog een nacht diep slapen is eigenlijk ook meer dan welkom!

We zijn tevreden met wat we vandaag allemaal hebben gezien, het was vooral een natte, maar erg zonnige dag en je kunt niet 24 uur per dag wakker zijn voor alles wat hier te zien valt.

Zondag 29 oktober

Vanmorgen sliepen we wat langer en ontbeten we om 9:00 uur. We hadden vandaag tot 12:00 uur de tijd om Reykjavik te ontdekken, dus we gingen gelijk op pad. Het water was rustig, de zon scheen aan de wolkenloze lucht en het was onvoorstelbaar dat het in oktober echt kan spoken qua weer op IJsland. Eerst over de boulevard naar het Harpa gebouw. Dit is een concert- en congrescentrum met moderne architectuur. Erg mooi, zowel van binnen als van buiten. We zijn ook nog in de binnenstad geweest. Manouk spaart shotglaasjes van elk land waar ze is geweest en een exemplaar van IJsland mag natuurlijk niet ontbreken. We hebben nog wat foto’s gemaakt in de ‘regenboostraat’, een bekende straat in Reykjavik waar in de volle lengte de regenboog op de weg is geschilderd. Naast het feit dat deze straat kleur geeft aan de hoofdstad, betekent het ook de openheid en steun aan diversiteit. IJsland is daar al veel verder in dan vele andere landen. De straat heeft regenboogkleuren gekregen tijdens het pridefestival, maar de IJslandse bevolking besloot na het festival om de straat in deze mooie kleuren te behouden.

In het verlengde van deze straat staat de kerk waar ik gisteren over schreef en die ‘s avonds roze verlicht is.

Om 12:00 waren we klaar om uit te checken en naar de Blue Lagoon te rijden. Hier zijn baden gevuld met het ijsblauwe geothermisch zeewater, dat vanuit het binnenste van de aarde komt en door de aarde is verwarmd. Dit water zit ook nog eens boordevol mineralen en silica, dat goed is voor je huid. We zien er sinds het bad van 3,5 uur en na ons mineralenmasker een paar jaar jonger uit dan gisteren.

We hebben hier een heerlijke middag gehad, gerelaxed en we kregen ook uitleg over het ontstaan van deze thermaalbaden midden in het lavalandschap. Weten jullie bijvoorbeeld dat in dit gedeelte van IJsland dagelijks heel veel aardbevinkjes voorkomen? We hebben ze niet gevoeld, maar ze waren er zeker!

Helemaal relaxed en rozig van de baden verlieten we tegen zessen dit kuuroord en reden we naar het vliegveld. Eerst wat eten en dan inchecken. En opeens waren we toen niet meer zo relaxed, maar kregen we het wel heeeeeeel warm. Nee, ik had geen opvlieger en er was ook geen aardbeving. Hoewel het wel als een aardbeving voelde. Toen we onze bagage wilden inchecken, wist Manouk niet meer waar haar paspoort was. Hij zat in elk geval niet in haar handbagagetas. Er zat niks anders op dan haar bagage uit te pakken en op zoek te gaan naar haar paspoort. Alles hebben we eruit gehad, maar haar paspoort was onvindbaar. De tijd begon te dringen, we moesten zo echt gaan inchecken. Daarom hadden we een plan A en een plan B bedacht. Plan A was om te proberen om zonder paspoort in te checken. Kleine kans, maar niet geschoten is altijd mis. Plan B zou in werking treden wanneer A mislukte en dat was dat Manouk een langere vakantie ‘kreeg’ om aangifte te doen en een paspoort (laissez-passer) en nieuw vliegticket te regelen. We werden al niet blij aan de gedachte alleen al dat plan B in werking zou treden. Maar je hebt dan geen keus. Manouk gaf aan dat ze als wereldreiziger dit best alleen kon fixen (en ik zou dan met mijn moederhart met buikpijn in het vliegtuig zitten).

Bij de bagage-incheck legden we uit dat het paspoort onvindbaar was. Het kopie dat ze mee had, gold niet. Maarrrrr… haar rijbewijs accepteerden ze wel! Bij wijze van hoge uitzondering, omdat het personeel van goede wil was en omdat we er vast uitzien als een lief, leuk en onschuldig gezin dat je niet uit elkaar moet halen, omdat… nou ja, omdat we gewoon geluk hadden denk ik. Want het mag eigenlijk echt niet, bleek toen we Transavia belden of er vorige week misschien een paspoort was gevonden in het vliegtuig. Maar toen we belden, hadden we al groen licht om toch in te mogen stappen. Geen noorderlicht, maar wel een groen licht waar we heeeeeel blij mee waren. We zaten alle vier met hoogrode wangen in het vliegtuig. Het was maar goed dat we dit niet vooraf wisten. We hadden dan al eerder een noodpaspoort moeten regelen en dat was geen onderdeel in onze planning.

In het vliegtuig haalden we opgelucht adem, we zaten er compleet met zijn vieren in. Hoewel we best nog wat langer hadden willen blijven. Maar niet om deze reden. De terugreis kon beginnen en daar kwam nog de allerlaatste verrassing. We baalden al een beetje dat er vanavond een grote kans was op het noorderlicht, een kp index van 5. We hoopten vanaf de luchthaven nog een glimp te kunnen opvangen, maar het was na een stralende dag bewolkt geworden. Gelukkig zaten we aan de goede kant in het vliegtuig en konden we eenmaal boven de wolken het noorderlicht zien, voor de vierde keer deze week. Wat een afsluiting van een geweldige vakantie.

IJsland heeft ons hart gestolen. We komen vast nog eens terug. Voor een nieuwe vakantie of misschien wel om een verloren paspoort op te halen 😉

Met een dosis vol nieuwe herinneringen zit de reis van Agathe en haar gezin erop! Ook net zo’n avontuurlijke reis IJsland maken? Onze populaire reizen naar IJsland vind je hieronder terug. Het overzicht van alle IJsland reizen vind je terug in ons aanbod. Wil je liever zelf de touwtjes in handen hebben en jouw reis op maat laten samenstellen? Wij helpen je graag en stellen met plezier jouw avontuurlijke reis IJsland samen.

Laat je inspireren door onze IJsland reizen.

Samen zijn we Creating Stories!