Þingvellir nationaal park is een bijzonder populaire bestemming onder IJsland-gangers en dat is natuurlijk niet voor niets. Ook mensen die voor de tweede of derde keer naar IJsland reizen, blijven terugkeren naar het park. Het heeft iets magisch, een bepaalde aantrekkingskracht.
Wat maakt dat het park zo’n gewilde toeristische bestemming is en welke rol spelen de geschiedenis en geologie daarbij? Waarom is het de enige UNESCO World Heritage Site op IJsland? Hoe vormde zich hier de unieke geologie? Dat zijn de vragen waarbij we stilstaan. Je leest alles wat je moet weten over Þingvellir nationaal park.
De Golden Circle
De Golden Circle is natuurlijk veruit de populairste route om af te leggen wanneer je in IJsland bent, zeker voor de eerste keer. De Circle die bestaat uit drie hoogtepunten: de Gullfoss waterval, het Geysir geothermische gebied en Þingvellir nationaal park.
De Gullfoss waterval is geliefd vanwege zijn omvang en zijn schoonheid en de geisers van Geysir zijn natuurlijk een uniek en spectaculair natuurfenomeen. Maar wat is er zo bijzonder aan Þingvellir?
Het antwoord hierop is niet eenduidig. Þingvellir is de plek waar de krachtige geologische processen van IJsland zich precies voor je neus afspelen. Dit is de plaats waar de geschiedenis van het land daadwerkelijk begon en waar vrijwel alle belangrijke historische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. En bovendien is het simpelweg een prachtig gebied waar je heel veel kan doen. Ongeacht wat je interesses zijn, in Þingvellir is er zeker iets dat jou fascineert.
Geschiedenis van Þingvellir nationaal park
De bezetting van IJsland door de Noren begon met de komst van Ingólfur Arnarson in het jaar 874. De volgende 56 jaar werd het de periode genoemd van ‘The Settlement’. Verdreven door de onlangs nieuw in Noorwegen geïnstalleerde koning Harald Fairhair, trokken veel Noorse clans naar IJsland en bevolkten daar de kusten in kleine nederzettingen.
De situatie die hierdoor ontstond, was echter onhoudbaar. Hoewel de vele verschillende clans een gemeenschappelijk vaderland en taal hadden, konden ze het niet erg goed met elkaar vinden. Onderlinge ruzies waren dan ook gebruikelijk en geweld werd daarbij niet geschuwd. Ze vochten voor hun principes en ook voor de beperkte middelen die hun nieuwe bestemming te bieden had.
Er begonnen zich district samenstellingen te vormen waarbij werd samengewerkt. Het overgrote deel van de bevolking, en daarmee ook de macht, concentreerde zich in de regio van het huidige Reykjavik en was in de handen van de volgers van Ingólfur. De andere kolonisten die elders op het eiland woonden verzetten zich hiertegen en drongen aan op een algemene vergadering om samen te besluiten hoe ze harmonieus samen konden leven.
Eén man, genaamd Grímur Geitskör, kreeg de opdracht om alle vertegenwoordigers van de vele clans te verzamelen en een geschikte ontmoetingsplaats te vinden. Deze locatie zou Þingvellir worden. Aangezien de locatie in het zuidwesten van het land lag, was het voor de rijke bewoners in die omgeving eenvoudig de plek te bereiken, voor sommige bewoners uit het oosten nam de reistijd maar liefst zeventien dagen in beslag.
Het was het jaar 930 na Christus toen de 30 leiders voor het eerst de wetten van het eiland bespraken en een gemenebest creëerden. Tegenwoordig kunnen we zien dat wat deze vroege IJslanders deden, ruwweg een versie is van wat we tegenwoordig een parlementaire democratie noemen. De clanleden kozen een afgevaardigde die met andere afgevaardigden de wetten vaststelden. Hiermee zetten zij zichzelf af tegen de absolute monarchie, ongeveer 800 jaar voordat dergelijke ideeën pas in andere Europese landen opkwamen. Ze waren hiermee hun tijd dus ver vooruit.
De vergadering van de clanleiders was zo’n succes dat ze besloten jaarlijks bijeen te komen. De plek van de vergadering, de Alþingi genoemd, ontwikkelde zich tot een plaats waar geschillen werden opgelost, waar verre relaties hun jaarlijkse nieuws konden delen en waar criminelen werden berecht.
In het parlement was geen enkele leider, maar het facto hoofd was de rechter en sprak de wet uit. Alle beslissingen werden gezamenlijk genomen.
Door deze bestuurlijke ontwikkelingen was het ook in Þingvellir dat de grote beslissingen die bepalend waren voor de IJslandse geschiedenis, hier gemaakt werden. Zo werd ook de natie Asatru, gebaseerd op een Oudnoors heidens geloofssysteem, verbannen en moest plaats maken voor het Christendom rond het jaar 1000.
Bijna duizend jaar later verklaarde IJsland zich onafhankelijk van Denemarken en werd het een zelfstandige natie.
De Alþingi heeft sinds het ontstaan vrijwel contant gefunctioneerd, zelfs gedurende de IJslandse Burgeroorlog in de 13e eeuw. De enige periode waarbij het parlement niet operationeel was, was tijdens de Deense bezetting tussen 1799 en 1844. Toen het parlement weer in functie was, kreeg het orgaan weer dezelfde naam: Alþingi. Wel werd het parlement verplaatst en in Reykjavik geïnstalleerd, waar het tot op de dag van vandaag is gevestigd.
Door deze rijke en vooral lange geschiedenis werd Þingvellir in 1930 een nationaal park, precies een millennium na de vestiging van Althingi. In 2004 werd het park opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Er zijn helaas ook sceptici die niet geloven in de rijke geschiedenis. Zij claimen dat er te weinig bewijs is overgebleven voor de samenkomsten in vroegere tijden. Aangezien de clanhoofden van vroeger slechts tijdelijke schuilplaatsen hadden, zijn er nooit permanente hutten gebouwd. De mensen met een scherp oog kunnen echter tussen de oude fundamenten doorlopen, waarvan sommigen onder water zijn gezonken door de dalende bodem in de vallei.
Geologie Þingvellir nationaal park
De bodem van IJsland wordt verdeeld door de Mid-Atlantische Rug. Deze onderwater liggende bergketen strekt zich uit van vlakbij Antarctica op het zuidelijk halfrond tot zo’n 300 kilometer van de Noordpool op het noordelijk halfrond. Op IJsland komt deze oceaanrug als enige plek grootschalig boven de zeespiegel uit. Het westelijke deel van deze ‘rug’ in de bodem ligt op de Amerikaanse tektonische plaat, zoals de Westfjorden en de regio van Reyjavík. Het andere deel van IJsland ligt op de Euraziatische tektonische plaat, zoals de gletsjer Vatnajökull en de Oostfjorden.
Hiermee krijg je op IJsland een uniek inkijkje in de geologie. Nergens ter wereld zie je de grens tussen twee tektonische platen zo uitgesproken als in Þingvellir nationaal park.
Wanneer je het park vanuit Reykjavík binnenkomt, daal je via een steile klif af in een vallei. Het is een fascinerend idee dat eenmaal in de vallei, aan de ene zijde tegen de rand van Noord-Amerika aankijkt en aan de andere zijde tegen het andere continent: Eurazië. De vallei tussen de beide continenten in, is de kloofvallei.
In de vallei kun je heerlijk wandelen in een adembenemende omgeving. Een van de mooiere wandelingen in het park brengt je naar de rand van het Noord-Amerikaanse continent waar een oud deel van de klif is ingestort. Dit heet de Almannagjá kloof. Hier zie je goed hoe de natuur zijn gang gaat. De wandeling eindigt bij de mooie waterval Öxaráfoss.
Jaarlijks bewegen de tektonische platen ongeveer 2,5 centimeter uit elkaar. Dat tempo houden ze al duizenden jaren aan. De effecten van dit proces zijn duidelijk te zien aan de bodem in het park. Lavavelden hebben de bodem overspoeld door de magma die zich hier uit spleten in de bodem heeft verspreid en is gestold. Het hele gebied zit vol ravijnen en ruige rotsformaties die zich in de loop van duizenden jaren hebben gevormd door de tektonische activiteit en aardbevingen.
Hoewel ze niet goed voelbaar zijn, is er vrijwel elke dag seismische activiteit in Þingvellir. Hoewel er diverse vulkanen in de regio liggen, is er geen enkele uitgebarsten in de afgelopen tweeduizend jaar. Toch worden ze niet beschouwd als uitgestorven, het is alleen wachten op een flinke aardschok die de vulkanen wakker schudt. De vraag is alleen wanneer dit gebeurt.
Toerisme in Þingvellir nationaal park
Gemiddeld bezoeken jaarlijks rond de 700 duizend toeristen het park, waarmee het een van de meest populaire bestemmingen is van heel IJsland. Dit komt natuurlijk door de goede bereikbaarheid vanuit Reykjavik op slechts 45 minuten en het is de eerste stop van de Golden Circle.
Tegenwoordig komt men voor meer dan alleen de geschiedenis en de geologie, hoewel dit wel de voornaamste trekpleisters zijn. Steeds meer toeristen komen hier om te duiken of snorkelen. De tektonische activiteit heeft in de loop van duizenden jaren diepe kloven gevormd, die zijn gevuld met het smeltwater van de gletsjer Langjökull.
Dit smeltwater stroomt al decennia lang door de poreuze lava-ondergrond, die het water zeer grondig filtert. Hierdoor is het water waarin je duikt kristalhelder en biedt een unieke duikervaring.
Duiken en snorkelen bij Silfra
Silfra is de bekendste duiklocatie in het Þingvellir nationaal park en onder water kun je tot wel 100 meter ver kijken. Ongekend dus! In een onderwaterwereld van magisch blauw kun je hier duiken tussen de continenten. Aangezien het water slechts twee graden Celsius is gedurende het jaar, is het dragen van een droogpak een vereiste voor de ongeoefende duiker. Een enkele dappere instructeur zal echter de bink uithangen in een wetsuit. Lees meer over duiken bij Silfra.
Þingvellir nationaal park – filmlocatie Game of Thrones
Þingvellir verwierf ook grote bekendheid door de hitserie Game of Thrones-serie, waarvan scenes werden geschoten in de Almannagjá kloof. Ook het meer Þingvellirvatn, het grootste natuurlijke meer van IJsland aan het zuidelijke kant van het park, werd gebruikt als filmlocatie.
Fauna in Þingvellir nationaal park
Þingvellir is een geweldige plek voor visliefhebbers. Enorme forellen zijn als gevolg van duizenden jaren van evolutionaire isolatie bijzonder groot in hun soort. Hierop komen natuurlijk veel vogels af en die trekken op hun beurt weer veel vogelaars aan, met name tijdens de zomer.
In het gebied vind je vele soorten eenden, goudplevieren en ook de snip komt hier veel voor. Andere natuurliefhebbers moeten ook goed opletten, want aan de waterkant kunnen ook poolvosjes en nertsen voorkomen die jagen op de vele vogels.
Voorzichtig voor natuurbehoud
Het almaar groeiende aantal toeristen dat het Þingvellir nationaal park bezoekt heeft zijn weerslag op de natuur. De delicate mossen die op de lavasteen groeien raken beschadigd en het zal tientallen jaren duren voordat deze zich herstellen.
Bij een bezoek aan het park is het dan ook altijd belangrijk om de natuur te respecteren en de status van UNESCO Werelderfgoed moet dan ook respect afdwingen. Helaas zijn er nog altijd mensen die afval achterlaten, van de paden afwijken of die munten in een wensvijver gooien, met vervuiling door zware metalen als gevolg.
Verlaat de duidelijk gemarkeerde paden dus niet. De aangescherpte regels zijn er niet voor niets. De IJslandse regering doet er alles aan het nationale natuurlijke erfgoed te beschermen en is een herbebossingsplan aan het realiseren, waarbij de oorspronkelijke berkenbossen de bodem weer gaan bedekken.