Ten noorden van de gletsjer Vatnajökull is men in 2003 van start gegaan met de bouw van de waterkrachtcentrale Kárahnjúkarvirkjun. De naam van deze centrale is afgeleid van het gebergte Kárahnjúkar.
Kárahnjúkar dam
De bouw van het project duurde circa zes jaar en heeft op IJsland geleid tot protesten. Er is ongerepte natuur verloren gegaan bij de bouw van de centrale, waaronder een vlakte waar rendieren overwinteren en enkele watervallen.
Er zijn vijf grote dammen gebouwd, waarvan de grootste, de Kárahnjúkastífla, 730 meter lang en 193 meter hoog is. De gletsjerrivieren Jökulsá í Fjlótsdal en Jökulsá á Dal, die beide uit de Vatnajökull zijn ontstaan, zijn afgedamd, waardoor het 57 km² grote Hálslón-reservoir is ontstaan. De waterstroom die in de centrale wordt omgezet naar energie wordt gebruikt voor de Fjarðaál aluminiumsmelter in Reyðarfjörður.